De alpaca behoort tot de Camelidae familie (kameelachtigen). De alpaca wordt vaak aangezien voor lama, maar een alpaca is een stuk kleiner en heeft veel meer wol. Behalve de alpaca behoren er nog vijf andere soorten tot deze familie lama’s, vicuna’s, guanaco’s, kamelen en dromedarissen. Waarbij wordt aangenomen dat de alpaca is voortgekomen uit de nu nog wild levende vicuna’s en dat de lama is voortgekomen uit de nu nog wild levende guanaco’s.
De alpaca is een van oorsprong Zuid-Amerikaans dier. De alpaca leeft op de hoogvlakten van Bolivia, Chili en vooral Peru, met name het gebied rond het Titicacameer. In Peru vindt de grootste verwerking van de wol van alpaca’s plaats in zogenaamde ‘Mills’. De alpaca wordt daardoor in de hoge Andes (Peru, Chili en Bolivia) in grote getalen als landbouwhuisdier gehouden. Ze hebben een gemiddelde schofthoogte van 90 cm en een gewicht van rond de 70 kilo en kan 25 jaar oud worden.
